Sommige mensen willen echter beroemd zijn om het beroemd zijn zelf. Beroemd zijn heeft op zich een positieve waarde voor hen. Voor deze mensen is beroemd zijn geen kwelling maar ze vinden het juist prettig. Bovendien opent het deuren, zoals gezegd, en hoe beroemder je bent hoe meer deuren het opent. Deuren naar meer beroemdheid en deuren naar macht. Maar dit heeft zijn risico’s. Zeggen we immers niet dat macht corrumpeert? Natuurlijk is dit niet altijd het geval, maar het gebeurt toch wel vaak. Te vaak. De Me-Too affaires zijn hier een goed voorbeeld van. Eigenlijk is het hier zo net als met het “Peter Principle”, het Peterprincipe. Het Peterprincipe, dat Peter Hull heeft ontwikkeld en dat hij beschreven en uitgelegd heeft in zijn boek The Peter Principle (geschreven samen met Raymond Hull), houdt in dat “elke werknemer in een hiërarchie stijgt tot diens onbekwaamheid”. Zoals de Wikipedia het zegt: “Werknemers worden gepromoveerd op basis van hun succes in eerdere banen totdat ze een niveau bereiken waarop ze niet langer bekwaam zijn, omdat vaardigheden in de ene baan niet vanzelfsprekend voor een andere baan bruikbaar zijn.” Naar mijn mening geldt dit principe niet alleen voor werknemers maar is het een algemeen verschijnsel: Personen die ernaar streven op de sociale ladder te stijgen bereiken op een gegeven moment zo’n hoog niveau dat ze de lasten van de hogere positie niet langer kunnen dragen. Ze neigen er dan toe zichzelf te overschatten. Ook hier zijn de Me-Too affaires weer een goed voorbeeld.
Het Peterprincipe is dus niet alleen van toepassing op werknemers. Het geldt ook voor beroemdheden en algemeen voor mensen die aan de top zijn gekomen en macht hebben gekregen. Wat de laatstgenoemden betreft, ik denk dat deze uitbreiding van het Peterprincipe vooral van toepassing is op mensen met macht in autoritaire structuren; in gesloten structuren om Karl Popper te parafraseren. Want waar autoritair gedrag heerst en openheid en democratie afwezig is, kan er ook geen kritiek geleverd worden. En waar kritiek afwezig is, zullen mensen die fouten maken niet gecorrigeerd worden. Autoritaire leiders raken geïsoleerd, krijgen geen kritiek te horen en raken afgesloten van de werkelijkheid. Ze komen in een soort van ivoren toren terecht. Uiteindelijk worden ze ten val gebracht. We zien het in organisaties, waar mensen vaak om die reden de laan uitgestuurd worden en we zien het ook in de politiek. Wel duurt het soms lang voordat het zover is. Maar kijk om je heen: Hoeveel autoritaire politieke leiders bereiken het einde van hun carrière op een normale manier? Stalin was een van de weinige die op “vreedzame” wijze in zijn bed is overleden. Vele zijn verjaagd zo niet vermoord door anderen in de hiërarchie of door het volk.
Eenmaal beroemd willen sommige mensen nog beroemder worden, vanwege het beroemd zijn zelf maar ook omdat het macht geeft. Anderen willen gewoon macht en beroemd zijn is daartoe een middel. Maar welke weg naar de macht ook wordt gekozen, wanneer je eenmaal macht hebt is de kans groot dat je je hand overspeelt. We zien dit bijvoorbeeld in Rusland, waar Poetin dacht dat hij, na de Krim te hebben ingepikt, de rest van de Oekraïne ook wel naar zijn hand zou kunnen zetten. In zijn ivoren toren had Poetin echter niet gezien dat de Oekraïne van 2014 niet hetzelfde land is als de Oekraïne van 2022. Maar laat ik hier stoppen, want op Montaigniaanse wijze ben ik hier van mijn oorspronkelijke thema afgedwaald. Dat thema was of beroemd zijn misschien niet een kwelling is, zo niet voor jezelf dan toch misschien voor anderen. Een beetje beroemd zijn heeft gewoonlijk alleen maar positieve kanten, te veel beroemdheid heeft ook zijn schaduwzijden. Voor macht geldt wel hetzelfde. Te veel macht is meestal een hel voor anderen, maar een beetje macht is vaak handig om zaken soepel te laten verlopen. Zei Plato al niet dat gematigdheid een van de kardinale deugden is?
De citaten zijn ontleend aan Michel de Montaigne, Essays. Vertaling Frank de Graaff. Amsterdam: Boom, 2001; Boek I, essay 41 “Je roem niet met anderen delen”.