woensdag 20 januari 2021

Martelen

Montaigne was in veel opzichten zijn tijd ver vooruit. Praktijken die in zijn tijd aan de orde van de dag waren, maar nu in onbruik zijn geraakt omdat ze als achterhaald worden beschouwd, of die vandaag de dag ronduit worden verworpen en misschien zelfs als wreed worden gezien, keurde hij af. Zoals martelen.
Martelen was in de dagen van Montaigne een gangbare gerechtelijke procedure. Het werd gebruikt om bekentenissen af te dwingen en als straf. Hoe wreed deze praktijk vaak was, wordt duidelijk als je een martelmuseum bezoekt (in Amsterdam, bijvoorbeeld, zijn er twee) of wanneer je een beetje googelt op internet. Martelen wordt misschien wel eens gezien als iets middeleeuws en toen kwam het ongetwijfeld meer voor dan nu. De praktijk was zelfs gelegaliseerd. Dat was, zoals gezegd, nog steeds zo toen Montaigne raadsheer was bij het Parlement (gerechtshof) van Bordeaux. Montaigne had echter een duidelijke mening over deze praktijk. Ik citeer uitvoerig uit de vertaling van zijn Essays door Frank de Graaff (Boom 2001; pp. 430-1):

“Folteringen zijn een gevaarlijke uitvinding en het lijkt erop dat ze meer een toetsing van het uithoudingsvermogen zijn dan van de waarheid. Zowel degene die ze kan verdragen als degene die dat niet kan verbergt de waarheid. Want waarom zou de pijn mij eerder bewegen iets te bekennen dat waar is dan me dwingen iets te zeggen dan niet waar is? En omgekeerd, als iemand, die datgene waarvan hij beschuldigd wordt niet gedaan heeft, volhardend genoeg is om die folteringen te verdragen, waarom zou iemand die dat het wel gedaan heeft dat niet zijn, als hem zo’n mooie beloning als het leven in het vooruitzicht wordt gesteld? … [H]et is, om de waarheid te zeggen, een middel vol onzekerheid en gevaar. Wat zou men niet zeggen en wat zou men niet doen om aan zulke hevige pijnen te ontsnappen? ‘Pijn dwingt ook onschuldigen om te liegen.’ (Publius Syrus …) Zodat het resultaat is dat de rechter degene die hij heeft doen folteren, om hem niet onschuldig terecht te stellen, onschuldig én gefolterd laat sterven. Duizenden en duizenden hebben hun eigen hoofd met valse bekentenissen belast.” Enz.

Montaigne zelf heeft bij het gerecht niet rechtstreeks met het martelen te maken gehad of er zelfs maar opdracht toe gegeven. Hij was een soort van onderzoeksrechter die het bewijsmateriaal voor gerechtszaken moest aanleveren maar er zelf niet over oordeelde. Montaigne was niet tegen de doodstraf, maar dan, om de woorden van Johan van Oldenbarnevelt tegen de beul te gebruiken toen hij op het schavot stond: Maak het kort. Een marteldood is zinloos en wreed.
In een voorbeeld laat Montaigne zien, hoe martelen niet alleen zinloos en wreed kan zijn maar ook onrechtvaardig:

“Een dorpsvrouw klaagde bij een legergeneraal … een soldaat aan omdat die haar kinderen het laatste beetje brei had afgepakt dat nog over was om hen te voeden… Een bewijs was er niet. Nadat de generaal de vrouw gemaand had zich goed te realiseren wat ze zei, omdat ze zich schuldig zou maken aan een valse getuigenis als ze loog, liet hij, daar ze voet bij stuk hield, de buik van de soldaat openen om de waarheid aan het licht te brengen. En het bleek dat de vrouw gelijk had. Een vonnis dat als bewijs dient!” (p. 432)

Maar wat als de vrouw toch gelogen had en de soldaat onschuldig zou blijken te zijn? Het doet me denken aan een andere praktijk die in Montaigne’s tijd ook niet ongewoon was: Van hekserij beschuldigde vrouwen werden soms in een meer gegooid. Als ze bleef drijven, was het bewezen dat ze een heks was en werd ze alsnog opgehangen. Als ze zonk en verdronk, dan was het bewezen dat ze onschuldig was. Alleen jammer dat ze de proef niet had overleefd.

Rond 1800 nam het aantal misdrijven waarvoor men gemarteld kon worden èn het aantal misdrijven waarvoor men ter dood kon worden veroordeeld sterk af. Martelen verdween uit de legale praktijk en vandaag de dag is het in bijna de hele wereld verboden.

Denk echter niet dat martelpraktijken iets van het verleden zijn. Ze kwamen vroeger misschien vaker voor dan vandaag en vandaag de dag zijn ze, zoals gezegd, in veel landen buiten de wet, maar nu zijn de methoden vaak subtieler en psychologisch van aard. Onlangs nog waren er beelden op TV van gemartelde demonstranten in Wit-Rusland. Maar ook in democratische landen of namens deze landen komt het voor. Denk maar aan de Verenigde Staten tijdens de oorlog in Irak en dichterbij huis in Guantanamo. Maar wat te denken van de Deventer moordzaak, waarbij de psychologische druk zo hoog was dat dit leidde tot valse verklaringen? Barbertje moet hangen, één van de redenen dat dergelijke praktijken nog steeds niet uit de wereld zijn, ook niet uit Nederland.